Zoeken in deze blog

zondag 15 juli 2018

Moet er nog zand zijn?

Deze morgen vroeg moeten opstaan, maar dat was niet echt een probleem, want door het uurverschil
waren we al vroeg wakker.  mensen van de reisorganisatie brachten ons naar het busstation, waar we om 7u30 vertrokken richting Paracas. Busreizen zijn in Zuid-Amerika het lange-afstands-vervoer bij uitstek. Voor de kust van Lima hangt in de zomer meestal een hardnekkige mist, de garúa, die de kust in deze periode van het jaar niet zo aantrekkelijk maakt. En dat was vandaag niet anders; we waren dus blij dat we Lima (voorlopig) achter ons konden laten.
De goed 300km naar Pararacas waren niet zo inspirerend. Veel zand, desolate woestijnlandschappen en nu en dan een blik op de rustige stille oceaan. Tijdens de busreis konden we een beetje volgen hoe de Rode Duivels het deden tegen Engeland.

Op de middag kwamen we aan in Paracas, een alleraardigst vissershaventje, van waaruit de excursies vertrekken naar de Ballestas eilanden, maar dat is voor morgen. Als welkom stond de Pisco Sour klaar. Dat smaakt naar meer!

We verkenden het kleine centrum, aten een dagmenu in een lokaal restaurant en konden dan enkele uren chillen aan het zwembad. De mist had intussen plaatsgemaakt voor een schitterende zon.









Om 16u kwamen ze ons ophalen voor een buggy-tocht door de woestijn. De organisatie heet AdrenArena Perú; het ging er dus heftig aan toe.

 Met de buggy de duinen op en af. We stopten op de hoogste duin en konden dan met een soort bord naar beneden glijden. Echt tof.





Daarnet nog de zonsondergang gezien hier in de baai, daarna het zand afgespoeld en nu nog op zoek naar iets kleins om te eten. Tot morgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten